Roze wolk? Zwart gat.


Roze wolk? Zwart gatDe dagen regen zich aaneen. Elke dag verliep bijna hetzelfde. Het besef van welke dag het was raakte ik kwijt. Plezier had ik niet. Mijn leven had zijn kleur verloren. Alles was grauw. Elk besef van tijd verloor ik.

De radio stond aan maar ik hoorde niet echt de muziek. Ik praatte wel, ik hoorde mensen ook wel aan, maar het bleef niet hangen, het drong niet tot me door. Ik was een soort vergiet geworden. Een vergiet met grote gaten. Tv kijken lukte niet meer, ik zag het wel, maar ook weer niet. Lezen ging helemaal niet meer. Ik kon me totaal nergens meer op concentreren.

Ik leefde in een soort cocon. Ik voelde diep verdriet en zorg. Maar ook een soort van verlamming, ik was lamgeslagen. En o zo moe, van de zorgen, van het verdriet van mijn zoon en van het slechte slapen. Aan de andere kant leefde ik nog steeds in de hoogste staat van paraatheid. Ik stond vierentwintig uur per dag klaar voor mijn zoon.

Meestal hield ik mijn verdriet voor me, ook naar mijn ouders toe, die in die hele periode onze steun en toeverlaat waren geworden. Die vaak genoeg met een pan eten aan kwamen zetten omdat ik niet kon koken. Die regelmatig met mijn huilende zoon rond liepen zodat ik even wat anders kon doen. Iets in huis of gauw even een boodschap.

Ondertussen was ik echter van binnen langzaam aan het sterven. Overdag was ik vermoeid en als ik al uitgeput in slaap viel werd ik of wakker van mijn huilende zoon, of ik werd wakker van een terugkerende nachtmerrie. Een afgrijselijke, levensechte nachtmerrie over mijn zoon, die stikte in zijn eigen tranen.

In die slopende periode, waarin ik eigenlijk compleet was afgemat, maar ik nog steeds de schijn op hield dat het wel ging, kreeg ik bezoek. Een vrouw, een bekende. Na wat gebabbel, terwijl ik met mijn huilende zoon rond liep, vertelde zij mij zo maar opeens, zonder aanleiding of inleiding dat zij vond dat ik geen
goede moeder was. Ik stond met mijn mond vol tanden, compleet verbaasd. Ik ging er niet op in, ik vroeg niets en al snel vertrok zij. Zij had haar zegje gedaan, voor haar was het af.

Voor mij niet. Die opmerking was nou net de druppel voor mij. Een akelige rot duw in mijn rug. Een laatste nekslag. De verkeerde kant op. Uiteraard vertelde ik het ’s avonds aan mijn man. Ook hij stond paf. Echter, die uitspraak weg redeneren lukte niet, had geen zin, het kwaad was geschiedt.

Hoewel ik nog steeds alles op de automatische piloot deed had ik mijn schijnvertoning, mijn masker, laten vallen. Ik kon niet anders. Ik liep nu zelf ook vrijwel dagelijks te huilen. Ik ging geloven dat ik geen goede moeder was. Dat moest het wel zijn. Anders had ik mijn baby toch wel kunnen troosten? Of had ik toch wel geweten wat goed voor hem zou zijn? Anders had ik toch wel een baby die lekker sliep, goed dronk en tevreden was?

Ik was ten einde raad. En, het aller allerergste was, dat ik wenste dat ik niet meer hoefde te leven.

Diep van binnen was mijn gevoel, plezier en levenslust al gestorven. Mijn zorgen om mijn zoon en mijn liefde voor hem waren hoe verwarrend ook, het enige wat mij overeind hield. Maar ik kon niet meer, ik wilde niet meer, ik was compleet op. Alsof ik in een zwart gat terecht was gekomen.

Ik heb deze gedachte nooit uit durven spreken. Vond het al verschrikkelijk dat ik deze gedachte had. Dat ik er zo aan toe was. Zo was ik verdorie nooit, ik herkende mezelf niet meer. Waar was mijn rustige, zekere, tevreden, stabiele, opgewekte ik? Ik was een totaal ander mens geworden, een triest geval.

Onherkenbaar voor mezelf, niet eens een schim van mezelf. En dat in een paar maanden tijd. Eerst was ik nog boos op mezelf, dat ik mij zo liet gaan. Maar al snel kon ik niet anders meer. Ik was over de rand heen gegaan en kon met geen mogelijk terug. Het lukte mij gewoon weg niet meer om iets positiefs te zien.

De wens om er niet meer te hoeven zijn was erg sterk. Mijn onuitgesproken wens. Laat mij maar nooit meer wakker worden, dacht ik vaak… Het bleef bij een wens. Ik was op, leeg, kapot, uitgehold, totaal mezelf kwijt.

En toch moest ik verder…



Reacties

Roze wolk? Zwart gat. — 6 reacties

  1. Wat een rotopmerking van die bekende van jou. Puur vergif. Juist in zo’n periode dat alles driedubbel binnenkomt! Maar ik mag aannemen (jou nu een beetje kennende) dat je daar uit bent gekomen!


  2. Zwarte periode met domme mensen die iets schreeuwen omdat ze denken iets te moeten zeggen.Als je 1 keer in zo,n zware dip zit kruip je daar niet zo makkelijk uit heeft natuurlijk tijd nodig.


  3. Jeetje Mary. Ik ben in je roze wolk-verhaal gedoken en zit met tranen in mijn ogen. Wat is het toch erg, hoe mensen worstelen, en hoe lastig het is om dat kenbaar te maken, en hoe weinig we elkaar soms helpen. En hoe we anderen veroordelen. Snel verder lezen om te horen hoe het verder is gegaan….


  4. Oh Mary…… die wanhoop, die vreselijke, intense pijn…. ik voel hem bijna fysiek en ik tuimel bijna terug in de tijd. Die wanhoop heb ik ook gevoeld, ook om mijn kind, maar pas later, toen ze al groter was en om heel andere redenen dan die van jou, maar je twijfel, je wens om nooit meer wakker te worden…. of de wens dat je kind ……….. nee, ik ga het niet zwart op wit zetten, maar ohhhh wat is dit allemaal herkenbaar.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>