Ik kan niet zeggen dat de zorg in Nederland steeds beter wordt

Zoals inmiddels vele mensen al weten, ben ik als specialist ouderengeneeskunde werkzaam in de ouderenzorg. Op dit moment zijn mijn werkzaamheden een combinatie van direct patiëntgebonden werk en enig beleidswerk.

Mijn patiëntgebonden werk bestaat vooral uit het voeren van het opnamegesprek op de 1e dag, als de collega van die afdeling dat zelf niet kan doen.

Het voeren van die gesprekken ervaar ik nog steeds als een uitdaging. Het is een eerste kennismaking voor de patiënt en zijn of haar familie met weer een nieuwe zorginstelling, en die kan je nooit meer overdoen. Ik probeer er ook voldoende tijd voor te nemen.

Tijdens die gesprekken valt het me regelmatig op dat er toch wel vaak zaken niet goed zijn gegaan tijdens de ziekenhuisopnames.

Behandelaars zijn vaak die niet of nauwelijks bereikbaar voor familie, duidelijke informatie over aard van de aandoening en prognose wordt vaak gemist. Ook is vaak onduidelijk wie er nu eigenlijk de besluiten neemt, of wie de hoofdbehandelaar is, met name bij complexe aandoeningen.

En last but not least komt het ontslag uit het ziekenhuis vaak uit de lucht vallen voor familie en patiënt, waardoor er voor de overdracht naar ons onvoldoende tijd is, met negatieve gevolgen voor de kwaliteit van die overdracht.

Wat mij hierbij eigenlijk altijd verbaast, is dat de betreffende patiënten en families deze zaken redelijk makkelijk accepteren. En dat er maar relatief weinig klachten worden ingediend. Zelfs echte fouten worden vaak geaccepteerd.

Vroeger was dit een uitzondering maar helaas, genoemde voorbeelden nemen hand over hand toe. En ja, ook in mijn eigen directe omgeving ken ik diverse voorbeelden van suboptimale zorg tot evident foute zorg.

Nee, ik kan echt niet zeggen dat de zorg in Nederland steeds beter wordt, helaas ervaar ik het vaak omgekeerd. Dit ondanks de juichverhalen van beleidsmakers en bestuurders in de zorg.

Je zou toch denken dat bij toename van fouten of suboptimale zorg, de boosheid van patiënten en hun naasten zou toenemen. En dat eerdere negatieve ervaringen ook een verklaring kunnen zijn voor ongeduld, boosheid, ja zelfs licht-hufterig gedrag vanuit de patiënt en of haar of zijn familie.

En juist dit gedrag vormt een belangrijke factor in de toename van burn-out klachten van zorgverleners. En dat noem ik nu een klassieke kip-ei situatie. Waarbij ik hoop dat we daar dit jaar uiteindelijk met z’n allen een antwoord op kunnen vinden.

Dit antwoord ligt denk ik vooral in het luisteren naar en geven van echte aandacht aan de patiënt en haar of zijn omgeving. De tijd die daar voor nodig is, komt denk ik beschikbaar als we echt gaan snijden in de administratie.

Dit geven van echte aandacht verhoogt het werkplezier van de professional en geeft de patiënt het gevoel dat hij of zij echt goede zorg krijgt.

Gastblog van Anneke van Strien, specialist ouderengeneeskunde.

Foto komt uit de collectie van Monique Paulina Jouvenaar-van Eerden.

Auteur: Mary

Mijn bio op twitter is aardig volledig:
Kritisch, Nieuwsgierig, Moeder, Behulpzaam, Humor, Gehuwd, Regelaar, Spontaan, Flapuit, Creatieve geest, Ideeënbrein, Blogger, #twittertaalgids en oh ja ook nog: a-technisch ben ik.

Deel dit bericht op

1 Reactie

  1. Ik heb vaak tijdens mijn ZH baan gezien dat de overdracht van ZH naar andere zorginstelling wat te wensen overlaat en daar kan nog veel verbetering in komen.

    Reageer


Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.