Onze moeder had ons ook nu weer in de steek gelaten

We zouden kunnen hopen en we zouden verder kunnen…

Maar hoop is verder weg… en misschien wel eventjes helemaal weg.

Het is maandag ochtend klokslag 9 uur, de zenuwen rommelen door mijn buik. Over een half uurtje zit ik in de trein onderweg naar het gerechtshof in Den Bosch.

Even denk ik terug aan afgelopen donderdag waar ik met mijn zelf beschermende masker op probeerde kalm te lijken bij een voorbereid gesprek bij mijn advocaat.

Die donderdag vroeg mijn advocaat, overigens een hele lieve vrouw, hiernaar: “Je neemt het redelijk kalm op.”

Ik slikte mijn tranen weg en probeerde de muur om mij heen weer op te bouwen maar op dat moment kon ik wel door de grond zakken.

Want kalm was ik helemaal niet, in mijn hoofd was het een grote warboel… Ik was bang, verdrietig, boos en teleurgesteld, alles door elkaar heen.

Op dat moment kwam alles weer even terug, maar ik probeerde er niet aan te denken.

Ik probeer door te gaan en ik probeer te overleven, want toen ik de vijf dagen aangifte aanging, zo’n 1,5 jaar geleden, was ik net een weekje uit huis.

Het is nu bijna 10 uur, in gedachten loop ik het perron af richting het gerechtshof. Vandaag komen we samen voor een gesprek met de officier van justitie.

De aangifte die we gedaan hebben wordt niet vervolgd, de spanning was enorm maar tegelijkertijd was het fijn om eindelijk ons hart te kunnen luchten.

Tijdens het gesprek stelden onze advocaten ons gerust.

We hebben samen gelachen, we hebben gehuild. We hebben vragen gesteld en daarop antwoorden gekregen van de officier van justitie én we durfden onze angsten uit te spreken.

Mijn zus vertelde dat ze zich zo teleurgesteld voelde dat onze moeder zoveel had ontkend in haar getuigenis en dat ze het niet had opgenomen voor ons.

Ze had ons voor de zoveelste keer in de steek gelaten.

Op dat moment voelde ik mijn masker openbreken, het verdriet kwam in overvloed, mijn ademhaling stokte bij elke traan die viel.

Ik bevroor maar tegelijkertijd ook niet want het water in mijn mond, ik had net een grote slok genomen, kon ik wel uitspugen van wanhoop, het glas kon ik amper bij mijn mond houden.

Ik durfde de vrouwen om mij heen amper aan te kijken. Het voelde alsof ik elk moment in elkaar kon storten en ik helemaal niet zo sterk ben zoals ze zeggen, maar een zwak vogeltje dat net tien keer uit hetzelfde nest is gevallen.

Ik schaamde me voor mijn kwetsbaarheid en ik durfde niet te vertellen wat er allemaal in me omging…

Zelf begreep ik het ook niet. Wat was er zojuist allemaal verteld? Ik probeerde het allemaal op een rijtje te krijgen. De vloer schudde hevig onder de stevige bodem die ik dacht te hebben opgebouwd, en de wereld keerde weer onderste boven. Ik was niet in staat om het licht te zien.

Op die momenten ben ik soms wel bang…

Bang dat de negatieve woorden, ervaringen en herinneringen die ik mijn leven heb moeten ontwijken om te overleven me misschien wel maken tot iets lelijks, tot iets beschadigds en iets dat niet meer te repareren valt.

En dat ik niet kan zijn wie ik zou willen zijn omdat de hobbels waar ik steeds tegenaan loop, te hoog zijn. Ik hield me de laatste tijd wel bezig met het verwerkelijken van mijn dromen.

Zo zou ik een documentaire willen maken over ervaringen van nabestaanden, vrienden en kennissen van overlevers van geweld- – en zedenmisdrijven. Hen wordt namelijk nooit gevraagd hoe het gaat na die ingrijpende ervaringen.

Maar nu ben ik zo toe aan een break en is dat misschien wel de topprioriteit om te verwerkelijken…

Op dit moment zou ik mezelf in een hoekje willen opkrullen, op zoek naar een warm hart. Maar die is er niet. Tegelijkertijd zou ik het van de daken willen schreeuwen.

Ik hoef niet langer meer te doen alsof er niets is vanwege het onderzoek dat toen liep. Ik hoef niet langer meer te zwijgen! Nooit meer laat ik nog iemand toe in mijn leven die me zo’n pijn kan doen. Nooit meer kan iemand een vinger op mij leggen, nooit meer. NOOIT MEER…

Ik zou willen vloeken, ik zou willen stampvoetten omdat ze er mee weg komen en omdat het in de doofpot word gestopt. Omdat zij een heerlijk leven hebben en ik vast zit genaaid aan dat vervloekte verleden en alles wat dat met zich mee brengt.

Maar al die emoties doen me denken aan hun en ik wil absoluut niet worden zoals zij, ik wil het niet…Ik wil enkel mezelf zijn en de moed en wilskracht behouden die ik meedraag in mijn hart. En ik kan het (nog) niet.

Wanneer ik het kan, wil ik het helemaal kunnen. Dan wil ik me sterk voelen, zo sterk dat ik woedend kan zijn zonder het te linken aan dat vervloekte verleden.

Gastblog van Lotus. Lees ook Ik was papa’s kindje.

 

Foto komt uit de collectie van Erik Koeslag.

Auteur: Mary

Mijn bio op twitter is aardig volledig:
Kritisch, Nieuwsgierig, Moeder, Behulpzaam, Humor, Gehuwd, Regelaar, Spontaan, Flapuit, Creatieve geest, Ideeënbrein, Blogger, #twittertaalgids en oh ja ook nog: a-technisch ben ik.

Deel dit bericht op

2 Reacties

  1. Triest, als je zo in de steek gelaten bent en je moeder meegewerkt heeft aan misbruik door je vader.Hoeveel moed je nodig hebt om die stap te maken daar heb ik bewondering voor.Maar hoe erg is het dat je weer in de steek gelaten bent na die aangifte.Begrijp de vloek en het stampvoetten het is zo oneerlijk wat ze je aandoen,maar knap dat je niet meer zwijgt.Waarom stoppen ze het weer in de doofpot,doodzwijgen doen ze graag.Knap dat je dit verhaal wil delen en hoop voor jou dat je alle kracht mag vinden voor een beter toekomst!

    Reageer


  2. Alleen al het delen van je verhaal, dit durven en kunnen schrijven (en dan ook nog met zo’n mooie schrijfstijl!) maakt jou een krachtig persoon. Jij mag ontzettend trots zijn op jezelf. Ik wens jou en je zus heel veel goeds toe.

    Reageer


Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.