Co-ouderschap dient niet het belang van de kinderen

Kort voordat Diederik Samsom werd weggestemd als politiek leider van de PvdA, las ik een interview met hem. Het ging deels over zijn scheiding en de keuze voor co-ouderschap: ongeveer fifty-fifty zou het worden. Hij en zijn ex bleven dichtbij elkaar wonen. “De kinderen hebben één huis met een stuk lucht ertussen,” zei Diederik. “Het ergste wat ze kan gebeuren, is dat het tennisracket in het andere huis ligt.”

Arme kinderen, dacht ik. Co-ouderschap maakt wat mij betreft kans de grootste sociaal-culturele blunder van de afgelopen decennia te worden. Laat ik vooropstellen dat ik eraan heb meegedaan, aan dat co-ouderschap. Vol overtuiging zelfs.

Toen m’n partner en ik gingen scheiden, in 2004, vonden we het de meest logische gang van zaken om de kinderen ‘eerlijk te verdelen’. En ‘eerlijk’ wilde zeggen dat de verhouding waarin ieder van ons voor de kinderen zou gaan zorgen, overeenkwam met de situatie van de voorbije jaren. Ook toen ‘verdeelden’ we de zorgtaken fifty-fifty, dus dat moest voorgezet worden.

Voor de ex was daar zelfs een noodzaak voor, want als we de klassieke verdeling van gescheidenen-met-kinderen zouden aanhouden (kinderen blijven bij moeder, en gaan een weekend per twee weken naar de vader), zou ze met haar werk hebben moeten stoppen.

Achteraf heb ik enorme spijt dat ik toen niet naar die klassieke verdeling heb gestreefd. In dien verstande dat de kinderen dan bij mij zouden zijn gaan wonen, en een weekend per twee weken naar de moeder zouden zijn gegaan. Ik zie het nog steeds als de grootste opvoedingsfout van mijn leven, die keuze voor zo’n fifty-fifty co-ouderschap.

Co-ouderschap is een verzinsel van de ouders. Van ouders die menen ‘recht’ op hun kinderen te hebben.

Kinderen zouden er nooit uit vrije wil voor kiezen. Het dient op geen enkele wijze hun belang. Menig kind van gescheiden ouders kiest – ergens rond de leeftijd van 15, 16, 17 jaar – voor één woonadres. Met daarnaast een logeeradres bij de andere ouder. Waarom? Het is makkelijker, het is praktischer, het is natuurlijker.

Al dat gesleep van kleren, knuffels, boeken, spullen… Probeer het als volwassene eens een paar jaar te doen. U wordt er gek van. Van de stress, van de irritatie (‘Waar is die ene trui nou?’), van de onrust, van al dat georganiseer. Gedoe in hoofdletters. Permanent.

Ik lees in de krant dat de overheid – op zich goed bedoeld – ouders verplicht een ouderschapsplan te maken na een scheiding. Ik lees dat dat extra vechtscheidingen tot gevolg heeft. De verplichting een ouderschapsplan te maken daagt ouders uit op hun strepen te gaan staan. Met een afgedwongen co-ouderschap tot gevolg.

Ik vrees dat we pas over één of twee decennia zullen gaan inzien hoe funest dat is geweest voor de kinderen.

Net zoals we ook pas vele jaren later gingen inzien hoe ongezond het is geweest om zwangere vrouwen (in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw) het DES-hormoon te laten slikken. DES was bedoeld om miskramen te voorkomen, maar leidde uiteindelijk – bij de moeders en de (klein)kinderen – juist tot grote schade.

Kinderen van co-ouderende ouders zijn, als je het zo bekijkt, de DES-kindjes van onze tijd. Ik voel me er nog iedere dag schuldig over, dat ik voor dat gedeelde ouderschap ging. Ook al ben ik nu sinds drie jaar de klassieke gescheiden vader, die zijn kinderen slechts één weekend per twee weken op bezoek krijgt.

Michiel

Foto komt uit de collectie van Erik Koeslag.

Auteur: Mary

Mijn bio op twitter is aardig volledig:
Kritisch, Nieuwsgierig, Moeder, Behulpzaam, Humor, Gehuwd, Regelaar, Spontaan, Flapuit, Creatieve geest, Ideeënbrein, Blogger, #twittertaalgids en oh ja ook nog: a-technisch ben ik.

Deel dit bericht op

6 Reacties

  1. Beste Michiel,

    Ik heb álle respect voor de latere keuze die je samen met je ex hebt gemaakt, geen énkel probleem…maar: de stelligheid waarmee je dit brengt, zónder te benadrukken dat het jouw méning in júllie situatie is, brengt heel veel vaders flinke schade toe.

    De klassieke (lees: zéér ouderwetse) verdeling, die standaard opgelegd wordt, zónder ook maar naar de individuele situatie te kijken, degradeert de welwillende vader (of moeder) ineens tot: “De buurman van 4 deuren verderop”. Sterker nog: je schrijft het al zélf: je kinderen “komen op bezóek ” !! Je wordt een logeeradres, alsof ze naar opa en oma gaan, je wordt gedegradeerd tot speelkameraadje…. Dát alles, is precíes, wat is NIET wil zijn voor mijn kinderen, maar hetgeen mijn ex het liefste ziet dat ik (ver-)wordt….

    Wáár blijft dan míjn mogelijkheid tot ópvoeden; het kunnen meegeven van waarden en normen; het kunnen steunen; het kunnen meemaken van alle plezier én verdriet; het kunnen délen in alle dagelijkse bezigheden van mn kinderen; het kunnen (helpen met) leren fietsen, schoolwerk, relaties, andere dingen waar m’n ex gewoonweg geen weet van heeft etc; het de kinderen gunnen om ze míj te blíjven herkennen en daarméé zichzélf voor de helft te blijven herkennen ??

    Mama zegt: “Dát heb je van je vader!”…. en het kind heeft geen mogelijkheid, om zélf te ontdekken of dat wel écht zo is….

    Michiel, ik vind je verhaal zeer kort door de bocht. Vele gescheiden ouders over één kam scherend zelfs. Prima dat het voor jou/jullie zo heeft mogen blijken te zijn, maar oooh, wat een on-genuanceerd verhaal. Jammer.

    Patrick Damhuis, Enschede
    (Volwassen kind (45) van gescheiden ouders, die mij door dit klassieke systeem, een groot probleem hebben bezorgd in mn verdere leven)

    Reageer


    • Beste Patrick,

      Bedankt voor je uitvoerige reactie. ‘Uiteraard’ is het mijn ervaring, en dus ook mijn (beperkte) verhaal. Ik acht het heel goed mogelijk dat co-ouderschap ook goed voor de kinderen kan zijn, maar dat vereist nogal wat van ouders, en daarvoor is nu geen aandacht in het traject na een scheiding. Ik denk bij voorbeeld aan de vereiste dat gescheiden ouders de andere ouder vooral als mede-ouder moeten blijven zien, ipv ‘die nare ex’. In de praktijk blijkt dat moeizaam, vooral in de eerste tijd na een scheiding, waarin er ook allerlei financiële belangen ontrafeld moeten worden (nog even los van emotionele kwetsuren, die het benaderen van de ex als mede-ouder ook lastig maken). Bij voorbeeld dat zij over allerlei kleine ergernissen kunnen stappen, ofwel, dat zij hun ego niet groter maken dan gezond voor het kind is. Bijvoorbeeld enig zelfreflectief vermogen en compassie t.o.v. de ander, zodat er niet voortdurend strijd ontstaat tussen de beide ouders, strijd waarvan de kinderen altijd iets meekrijgen, direct of indirect. Dergelijke kenmerken waren helaas in mijn situatie niet aanwezig. Ook al zag ik de kinderen een kleine tien jaar 50/50, m’n ex blééf boos op mij en in haar huis mochten de kinderen niet eens over mij praten. Hén mede-opvoeden? Ja, daar moet je ruimte voor krijgen. Kinderen moeten niet veroordeeld worden op dat wat ze bij ‘de ander’ meekrijgen. Ik vind het spijtig om te lezen dat het klassieke systeem bij jou tot problemen heeft geleid. Ik lees er een beetje uit dat je er vanuit gaat dat dat niet aan de orde zou zijn geweest als je beide ouders ongeveer even veel zou hebben gezien in je kind/jeugdtijd. Het moeilijke is waarschijnlijk altijd dat ouders van te voren niet kunnen inschatten welke verhouding het beste uitpakt voor hun kind. Mogelijk hebben jouw ouders voor het klassieke systeem gekozen omdat dat toen cultureel bepaald werd, of omdat er voor hen geen andere mogelijkheid was?

      Reageer


  2. Dag Michiel en Patrick,

    Voor beide “kanten” valt wat te zeggen, denk ik.
    Waar de 1 vanuit de vaderrol spreekt, spreekt de ander vanuit de kinderrol.
    Bij beiden denk ik “pijn” tussen de regels door te lezen en boosheid en teleurstelling?

    Mijn eerste gedachte bij de titel was “Daar zou ‘niet altijd’ tussen moeten”.

    Het verplichte ouderschapsplan: ik wist niet dat dat tot extra vechtscheidingen leidt! Het lijkt mij juist goed dat er duidelijke afspraken omwille van ’t kind / de kinderen worden gemaakt. Daarna moet dan nog blijken of beide ouders zich aan de afspraken houden. Net als met een “ouderwetse” regeling.

    Er zijn gegarandeerd kinderen die op een gegeven moment voor 1 adres kiezen.
    Helaas gebeurt dat óók wanneer er geen co-ouderschap is.

    Wat is wijsheid bij een echtscheiding…
    Het blijft hoe dan ook moeilijk!
    Niemand kan in de toekomst kijken, geen kind is gelijk, geen ouder is gelijk…

    Reageer


    • Beste Maria, de conclusie dat ouderschapsplannen voor meer vechtscheidingen zorgen is onjuist. Het onderzoek dat ernaar gedaan is heeft deze stellige conclusie niet gegeven (en helaas zijn er veel te veel ‘officiele’ partijen die het wel zo brengen). Voor degenen die de moeite hebben genomen om het onderzoek te lezen, blijkt dat er minimaal meer strijd wordt ervaren tussen de kinderen vanaf 2009 en de kinderen van voor 2009 (in 2009 is het ouderschapsplan verplicht gesteld, het onderzoek is gedaan op basis van wat kinderen van gescheiden ouders hebben gevoeld/ervaren). Los van het feit dat het onderzoek niet feitelijk is (wat een kind ervaart is niet hetzelfde als ‘het is een vechtscheiding’) is de periode waar we het over hebben ook nog eens die van de start van de ‘crisis’ waardoor ruzie over geld is toegenomen. En als tweede niet onbelangrijk aandachtspunt, voor de kinderen van voor 2009 is de scheiding nu eenmaal langer geleden met eventuele bijbehorende wijzigingen in de situatie. Helaas is er dus niets duidelijk over het waarom van meer vechtscheidingen.
      Uiteindelijk is het altijd aan de ouders wat mogelijk is en hoe het gaat. Zodra één van beide de ander ‘het licht in de ogen niet gunt’ zijn er per definitie problemen. Geen ouderschapsplan die dat gaat veranderen. Helaas. Want geen enkele ouder heeft wat mij betreft het recht om het contact tussen het kind en de andere ouder te frustreren. De praktijk is alleen vele malen weerbarstiger om deze onwil te signaleren en vervolgens een halt toe te roepen.

      Reageer


      • Hoi Kitty,

        Dank voor je reactie! Erg duidelijke info!
        Inmiddels had ik gelezen dat het ouderschapsplan niet per definitie zorgt voor meer vechtscheidingen.
        Gelukkig, want ik denk echt dat goede afspraken maken in het belang van kind(eren) is.
        Uiteraard moet 1 van 2 of allebei dan niet dwars gaan liggen.
        Met plan of zonder plan…

        Reageer


  3. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik 12 was, ik ben nu 53. Mijn zusje en ik bleven bij mijn moeder wonen. Er was in die tijd nauwelijks sprake van omgangsregelingen, laat staan van een ouderschapsplan. Gelukkig maar. Wij konden zo vaak als we wilden naar mijn vader. En dat ging prima. Co-ouderschap had, in onze situatie, nooit gewerkt. Mijn vader hertrouwde snel en kreeg nog twee kinderen (onze halfzusjes waar we dol op waren), maar 50% van de tijd bij hem en zijn nieuwe gezin in huis wonen, ik moet er niet aan denken. Gegarandeerd waren er dan problemen ontstaan.
    Ik ben ervan overtuigd dat het allerbelangrijkste is dat kinderen na een scheiding onbevangen contact kunnen hebben met hun beide ouders en hoe dat in tijd precies verdeeld is, is totaal niet van belang.

    Reageer


Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.